Week 11 van de vrijwillige thuisisolatie. Een week waarin ik eindelijk weer dun was, waarin ik testte of je dronken kunt paardrijden en waarin ik met Soura naar de snackbar ging om een ijsje te halen. Maar eerst konijnenspam, want die zijn dronken van de liefde.

Maandag; ik ben weer dun
Het heeft even geduurd, maar ik heb mijn streefgewicht gehaald. Die laatste kilo was een hele zware kilo. Door al die stukken taart, tompouce als lunch, iets te vaak friet eten en heel veel tosti’s lukte het maar niet om die laatste kilo eraf te krijgen. Mijn streefgewicht was alles lager dan 64 kilo. Op dat gewicht zou ik weer in al mijn kleding passen. Voor onderstaande foto moest ik zelfs nog iets meer afvallen. Om de foto te kunnen maken, moest ik met mijn telefoon op de weegschaal staan. Weet je wat die mobiele telefoons van tegenwoordig wegen?!? Zo’n ding is 150 gram. Dus eigenlijk weeg ik geen 63.8, maar nog veeeeel minder (*zegt dit alleen meer om te hopen dat er wat marge zit op dit nieuwe gewicht zodat ik niet over een week al weer moet schrijven dat ik 2 kilo ben aangekomen).

Dinsdag; weer naar kantoor
Ik ging voor het eerst in weken weer eens naar kantoor. Inmiddels zijn de corona maatregelen op kantoor in gang gezet. Wanneer ik naar de printer wil, die letterlijk 5 meter bij mijn kantoor vandaan is, moet ik 500 meter lopen om deze te bereiken. Door de nieuwe looproutes haal ik makkelijk de 10.000 stappen per dag. Ter voorbereiding op alle kilo’s die ik daardoor ga verliezen en om te vieren dat ik eindelijk mijn streefgewicht had bereikt, trakteerde ik mezelf op een aardbeientaartje (*en een kaascroissant en een pizzabroodje en een doosje bonbons). Oh en een friet speciaal met extra pindasaus. Want als je het viert, moet je het natuurlijk wel groot vieren.

Er zit fruit op, dus dan is het gezond toch?!? Is het raar om bonbons te testen door uit elke bonbon een hapje te nemen en ze dan weer terug in het doosje te doen?
Woensdag; gestresste moeder
Na het werk reed ik naar Soura. Ik had het geniale plan opgevat om na het longeren eens te kijken of ik Soura over een ontzettend grote hindernis kon laten springen. Soms heb ik volgens mij nog een puberbrein waarin ik niet per se heel goed na denk over mijn plan. Ik liet Soura een paar keer inspringen om op te warmen om vervolgens een hindernis te bouwen zo hoog als de bakrand. Dat is ongeveer 1.10 meter, misschien zelfs wel 1.20 meter. Het was een dubbele hindernis zodat deze ook nog eens een halve meter breed was.
Hieronder een foto van het inspringen. De hindernis werd uiteindelijk zo hoog als de bakrand. Ik durfde daar geen foto van te maken, want als echt hysterische moeder stond ik met mijn ogen dicht te hopen dat Soura niet dwars door de hindernis zou springen. Maar niks van dat alles. Mijn superknappe kind sprong in een elegante boog over de hindernis. En ik stond als trotse moeder te glunderen van trots voor de beste pony ter wereld.
Toen realiseerde ik me pas wat dat eigenlijk betekende. Als Soura makkelijk over een hindernis zo hoog als de bakrand springt, dan springt ze even makkelijk over de bakrand zelf. Daar had ik even niet goed over na gedacht. Want zodra ze door heeft dat ze daar over heen kan, dan weet ik vrij zeker dat ze op vrij regelmatige basis zelf gaat beslissen wanneer de fitness voorbij is.

Donderdag; mag je dronken paardrijden?
Na een dag werken had ik met een paar stalgenoten afgesproken om te gaan voor een donderdagavondborrel. Om half zeven hesen we ons te paard richting Nationaal Park de Hoge Veluwe. Zadeltassen vol Passoa Jus, rosé, toastjes, dips en chips. Dit zou een onvergetelijke avond worden. Nou ja, met genoeg drank erin wordt het eerder een vergeten avond.
Op de eerste picknickplek die we konden vinden, bonden we de paarden vast en dronken we ons een stuk in de kraag (grapje natuurlijk, we konden dan misschien prima dronken paardrijden, maar moesten daarna natuurlijk wel veilig en legaal naar huis met de scooter). Kwam ik erachter hoe oud ik eigenlijk was. In ‘mijn tijd’ dronken we allemaal Passoa Jus. Tegenwoordig is dat een retro drankje. WHAT?!? retro?!? Nee, zo oud kan ik niet zijn dat ik nu al retro genoemd wordt. Een van mijn stalgenootjes durfde zelfs te vragen wat Passoa was. Had ze nog nooit gedronken. Haar vriendin – die hoorde van haar donderdagavondborrel – zei dat Passoa van vroeger was (huilt diep van binnen na dit gesprek, ik sta blijkbaar al met 1 been in mijn graf).
Soura misdroeg zich weer gruwelijk. Die kan maar slecht overweg met wachten en stil staan en boven alles, om dit te doen op een andere plek dan thuis. Ze groef een gat van minstens een meter diep, liep zo heen en weer te ijsberen dat alle andere paarden absoluut niet meer bij haar in de buurt wilden staan.
Na een borrel van een uurtje, hesen we ons ineens een heel stuk soepeler weer op de paarden. Met ons hysterische gegil en gelach kon geen enkele wildfotograaf die we een paar honderd meter verder troffen nog een fatsoenlijke foto schieten van het wild. De ponies waren na een pauze net even iets te enthousiast toen we weer vertrokken. Hier en daar wat vreugdesprongetjes. Sommige wat groter dan anderen. Sommigen zo groot, dat de ruiter in kwestie onvrijwillig afstapte en in het zand eindigde. Dat liep gelukkig goed af. De pony bleef bij de groep (altijd handig, die kuddedieren) en de ruiter in kwestie had een deuk in haar ego, maar verder niks.

Vrijdag; dement
Sorry mensen, ik weet niet meer wat ik deze dag deed. Ik weet alleen dat ik deze foto maakte op vrijdag. Mogelijk ben ik:
- gevallen op een boomstronk en besloot deze foto te maken
- toch nog dronken van donderdag en in slaap gevallen op de Veluwe en zo wakker geworden
- tijdelijke dementie vanwege de ultieme corona verveling

Zaterdag; afval en recyclen
Mijn dag was dezelfde als altijd tegenwoordig. Maarten en ik gingen naar de markt. Ik ging naar Soura. Ik vergooide mijn leven met Netflix kijken. Het einde van The Blacklist is in zicht nu ik in het laatste seizoen ben aan gekomen.
Het enige verschil met alle andere dagen was dat Maarten een wereldbol had gevonden bij het afval toen hij een rondje ging wandelen. De wereldbol was stuk. Maar daar laten wij ons niet door afschrikken. Met echt een hele minimale reparatie was de wereldbol weer in ere hersteld. Spullen die ik op die manier kan redden – met een verhaal erachter – ben ik veel blijer mee. Hoe mooi de IKEA ook spullen kan maken, ik vind mijn spullen op Tweede Paasdag bij de IKEA kopen toch een minder leuk verhaal dan vertellen hoe we vanuit Frankrijk dat leuke tafeltje meenamen, of hoe ik bij de kringloopwinkel die ene unieke spiegel uit de jaren 60 wist te veroveren of hoe ik in Afrika – ergens bij een lokale stam – een suikerpotje van klei kocht.

Zondag; ijs eten met mijn paard
We hadden weer een goed idee op stal. Onze nieuw ontdekte paardrijgebied moest verder ontdekt worden. Goed bevoorraad met eten en drinken trokken we voor een lange tocht erop uit. Schaapskuddes, wilde paarden en vooral heel veel wandelaars vergezelden ons op ons avontuur. Door de slechte bewegwijzering in natuurgebied Planken Wambuis verdwaalden we constant. Volgende keer misschien ook even iets beter kijken wat voor routes er zijn.
Als beloning vonden we dat we wel een ijsje hadden verdiend op de terugweg. En daarmee ging een lang gekoesterde droom in vervulling; mijn twee favoriete dingen in de wereld samen verenigd. Soura en de snackbar; de ultieme samensmelting van al het goeds in de wereld.
Nou ja, met Soura weet je het nooit. Ze is een soort schizofrene, bipolaire, manische pony met gespleten persoonlijkheid. Er is totaal niet van tevoren te voorspellen of ze zin heeft om mee te werken of de tent helemaal af breekt. Deze keer had ik geluk en gedroeg Soura zich tussen alle fietsers die friet kwamen eten, voorbeeldig. Dus deelden we samen een Calippo met kauwgom smaak, want zowel ruiter als pony hebben de smaakpapillen van een rotsblok.
