Het is lastig om zeker te weten dat je ongelukkig bent op je werk. Want hoe meet je dat? Zijn een paar slechtere weken een reden om te solliciteren? En wat nou als het bij die andere baan helemaal niet beter is? Hoe weet je wanneer je de knoop door moet hakken en het tijd is om verder te kijken? In deze blog mijn totaal niet wetenschappelijk onderbouwde mening – want dat is eigenlijk wat een persoonlijk verhaal is toch?
Nog vijftig jaar werken
Je bent afgestudeerd en begint enthousiast aan je eerste baan. Gezonde spanning en stress van alle nieuwigheid. Totaal andere omgeving. Collega’s om mee samen te werken. En talloze nieuwe vaardigheden die je in razend tempo leert. Maar drie jaar later is de nieuwigheid eraf, ben je gewend aan die enorme hoeveelheid geld die je krijgt nu je geen student meer bent en is de sleur begonnen.
Dan realiseer je je ineens dat je nog minstens 50 jaar moet werken.
Het slaat je zo hard in je gezicht. Hoe ga je dit 50 jaar vol houden als je drie jaar maar nauwelijks red? Deze situatie is precies wat mij overkwam.
Vind je droombaan
Ik werkte pas twee jaar bij de overheid en ik verveelde me kapot. Was dit nou het werkende leven? Elke dag dezelfde sleur. Een taak zonder einde. Een omgeving met minimale verandering. Niet meer dat dynamische studentenleven met elk trimester nieuwe plannen, ideeën en avonturen. Ik gok dat dit de meeste starters wel overkomt; het moment waarop je je afvraagt of dit het nou is waar je al die jaren keihard voor hebt geleerd.
Na mijn opleiding had ik een perfect idee van wat ik wilde, ik wist precies waar ik goed in was en wat er allemaal te krijgen is. Mijn eerste baan dan ook meteen mijn droombaan. Althans, dat was wat ik dacht. Want in mijn hoofd had ik een heel beeld van wat het werkende leven in ging houden. Maar naarmate de tijd vorderde realiseerde ik me dat ik deze baan enkel had omdat ik sowieso geld nodig had, maar ook omdat ik dacht dat dit was wat ik wilde. Die tweede baan had ik zorgvuldiger gekozen. Ik wist na twee jaar bij de overheid veel beter waar ik goed in was. Maar boven alles, ik wist veel beter wat het eigenlijk in hield om dag in dag uit te werken. Ik wilde iets dynamischer en zo eindigde ik in mijn tweede baan bij mijn eerste internationale functie. Ik reisde voor mijn werk de halve wereld (maar vooral Europa door). Ik had mijn droombaan gevonden!
Vijf jaar lang genoot ik voor 150% van mijn werk. Ik groeide, verbeterde mezelf, leerde mezelf kennen en ontdekte kanten van mezelf waarvan ik niet eens wist dat ik die had. En toen begon het (weer). Ken je dat? Dat je ongelukkig bent en niet goed kan duiden waardoor het komt? Dat je ontevreden bent op je werk maar daar niet per se een reden voor hebt? Dat je hoopt dat je de loterij wint zodat je niet meer hoeft te werken? Dat je merkt dat je geïrriteerd bent, maar niet de vinger op de zere plek kunt leggen? Dat je van die mindfullness cursussen gaat volgen omdat je niet lekker in je vel zit? Dat is hoe het zich namelijk bij mij uitte.
Anders stop je gewoon even met zeuren
Ik werd chagrijniger. Ik was niet meer tevreden. Maar ik wist niet waar het aan lag. Ik had de beste baan van de wereld en toch was ik altijd maar moe. Zou het komen van al dat reizen? Werd de werkdruk van mijn baan me te veel? Ik wist het niet. Maar wat ik wel wist was dat ik niet zo moest zeuren. Hoeveel perfecter wilde ik het hebben? Ging ik werkelijk moeilijk lopen doen over iets wat op papier perfect was?
Maar zo werkt het natuurlijk niet. Nog anderhalf jaar lang liep ik door te brompotten. Ik werd steeds dwarser op mijn werk. Je weet wel, die azijnzeiker van een collega die in elke vergadering wel iets te klagen heeft en bij elk nieuw idee duizend beren op de weg voorstelt. Dat was ik geworden.
En wat dan?
Na 6.5 jaar hakte ik de knoop door. Ik ging ander werk zoeken. Niet omdat ik het graag wilde, maar omdat ik wist dat het zo niet langer kon. Als ik niks ging veranderen in mijn leven kon ik ook niet verwachten dat er iets ging veranderen in mijn gevoel. Ik had nog geen idee wat er eigenlijk mis was en ik had ook geen idee wat ik dan eigenlijk wel nodig had. Dus ik ging in het wilde weg aan de slag.
Mijn sollicitaties liepen uiteen van het ene uiterste in het andere uiterste. Omdat ik niet wist wat ik nodig had, deed ik maar wat. Misschien is dat ook wel de beste aanpak. Want hoe langer ik zou blijven piekeren over wat ik nodig had, hoe langer het zou duren voordat ik uit die situatie zou raken. Uiteindelijk wisselde ik van sector maar bleef ik wel hetzelfde type internationale werk doen. Dus toch weer reizen, toch weer die hoge werkdruk, toch weer al die nachten niet thuis zijn. Had ik daar wel goed aan gedaan?
Het is net als je relatie verbreken
Ik vergelijk werk wel eens met een relatie. Je brengt er veel tijd mee door, maar je raakt ook vastgeroest in bepaalde patronen samen. Naarmate de tijd verstrijkt, kunnen die patronen ongezond worden. Zo ongezond dat je eigenlijk weet dat je er mee moet stoppen. Maar toch blijf je want het is veilig. Je weet wat je hebt, maar je weet niet wat je krijgt. Wat nou als het verlies groter is dan de winst?
In relaties is het niet anders. Hij is zo lief. We hebben samen kinderen. Maar ik hou wel van hem. Ik kan zo met hem lachen. Je kent ze vast. Al die argumenten waarom je in die relatie blijft. Wat nou als ik nooit meer iemand vind? Hoe moet het dan financieel? Straks wil niemand mij nog.
Zo praten mensen ook vaak over hun werk. Ja, maar dan moet ik misschien wel salaris inleveren. Het is hier zo gezellig met collega’s. Voor een andere baan heb ik waarschijnlijk veel langer woon-werkverkeer. Er zijn bijna geen banen te vinden in mijn vakgebied. Ik heb hier heel veel flexibiliteit qua werkuren en thuiswerken, straks misschien niet.
Wees eens eerlijk. Dit heb je zelf toch ook wel eens gezegd?
Maar je wilt toch niet veranderen in die zure collega die er al 25 jaar zit en eigenlijk 20 jaar geleden al had moeten vertrekken? Want ongetwijfeld heb je nu meteen iemand in je hoofd als je aan je eigen collega’s denkt.
Je weet het pas als je eruit bent
Ik heb meer dan eens terug gekeken op een baan waarvan ik achteraf pas kan zeggen dat ik eerder had moeten vertrekken. Ik herkende dat gevoel van onvrede niet. Dat structurele gevoel van onvrede. Want het is altijd wel eens periodes druk waarin er van alles mis gaat op je werk. Niet elke tegenslag is een reden voor vertrek. Als je je even iets minder voelt, hoef je natuurlijk niet meteen vol te gaan solliciteren.
Het is een geleidelijk proces. Tevredenheid gaat met pieken en dalen. Voordat je door hebt dat de dalen langer duren en de pieken lager zijn, dan zit je er al middenin. En in al die stress is er vaak geen ruimte voor solliciteren en verandering. Dan komen de weerstanden, de beren op de weg, de zwartkijkerij. Maar juist dan moet je eigenlijk gaan solliciteren. Je hebt er geen zin in. Je hebt er geen energie voor. En toch moet je het juist dan doen.
Psychische disclaimer: ik ben geen psycholoog. Ik heb me hier niet wetenschappelijk in verdiept. Mijn adviezen zijn enkel gebaseerd op mijn eigen ervaringen. In de wetenschap zeggen ze dan: N=1 is geen onderzoek.
Je gaat er altijd op vooruit
Twee jaar geleden wisselde ik weer van baan. Mijn oude situatie was als volgt:
- Mijn werk op fietsafstand
- In mijn favoriete agrarische sector
- Een technische mooi en interessant product
- De beste regio in de wereld (AFRIKAAAA Whoopwhoop!)
- Dik prima salaris
- 40 vakantiedagen
Alle reden om dus te denken dat ik er bij een volgende baan sowieso op achteruit zou gaan. En dat deed ik ook. Want dit is mijn nieuwe situatie:
- 45 minuten enkele reis woon-werkverkeer
- Een saai product
- Alleen nog maar Oost Europa als werkgebied
De rest bleef hetzelfde maar toch veranderde alles. Ik ben dan misschien veel verloren, maar ik heb nog meer gewonnen.
- Ik kwam te werken in een energiek, inspirerend en bijzonder team waar teamspirit door iedereen geleefd werd
- Ik kon eindelijk mezelf weer zijn. Zonder dat ik het door had, liep ik bij mijn vorige baan vreselijk op mijn tenen. Ik was altijd degene die raar was. Nu niet meer. Nu had ik gelijkgestemde collega’s.
- Er wordt de hele dag door gelachen. Een geluid wat ik voor mijn gevoel al lang niet meer had gehoord. Het was me alleen nooit opgevallen tot ik het weer hoorde.
- Het beste wordt in me naar boven gehaald. Een maximale krachtinspanning en uitdagende meetings waarbij ik geregeld mezelf tot het uiterste moet stretchen om aan de eisen te voldoen, maar ik voel eindelijk mijn creativiteit weer terug komen.
Dus al die reden die ik had kunnen geven waarom ik er op achteruit ging, werden dubbel en dwars gecompenseerd doordat ik er zoveel andere zaken voor terug kreeg. Zaken die niet in reistijd, euro’s of vakantiedagen uit te drukken zijn kunnen veel meer waarde hebben dan je op het eerste gezicht denkt. En mogelijk veranderen ze ook met de tijd.
Ik wist het niet eens van mezelf
Ik staarde mezelf blind op wat ik kwijt ging raken en dus bleef ik ongelukkig. Want ik was eigenlijk al heel veel kwijt zonder dat ik het wist. Ik hield mezelf voor dat het leven nou eenmaal niet perfect is, dus dat ik het hier maar mee moet doen. Het gras lijkt altijd groener bij de buren natuurlijk.
En het is ook niet makkelijk. Er speelt zo veel meer in dit soort situaties. De balans vinden tussen dingen los laten en jezelf verliezen is een hele dunne lijn. De balans tussen weglopen van je problemen of simpelweg vertrekken op een plek die niet bij je past is ook een hele dunne. Bij geen enkele baan en bij geen enkel bedrijf gaat het perfect zijn. Er is altijd wel iets wat frustreert, wat tegen zit, wat beter kan, wat zorgt voor diepe dalen. Maar wanneer weet je nou of je sommige zaken gewoon moet accepteren als een gegeven? En wanneer weet je dat je jezelf bent verloren in het proces?
Ik ben er van overtuigd dat het leven een keuze is. Een keuze hoe je ergens mee om gaat. Niet alles is jouw schuld, maar het is wel jouw verantwoordelijkheid hoe je er op reageert. Ongelukkig zijn op je werk word niemand beter van. Is het probleem niet op je werk op te lossen, ga dan gewoon weg. Blijkt het bij elke baan een probleem, ga dan eens zoeken in jezelf. Statistisch gezien is de kans erg klein dat je 4 keer op rij een baan hebt gevonden waarbij het allemaal aan je baas of het bedrijf ligt, dus dan is het misschien tijd om naar binnen in jezelf te kijken. In hoeverre ben je zelf degene die je ongelukkig maakt?
Hoe weet je of je de knoop door moet hakken?
Ik kan hele lijsten gaan opsommen om je te helpen. Wil je niet naar je werk? Hoop je dat je de loterij wint? Klaag je altijd over je werk als vrienden vragen hoe het gaat? Ben je nooit enthousiast over je werkzaamheden? Hang je rond op vacaturebanken? Heb je je Linkedin profiel perfect zitten updaten? En zo kan ik nog wel even door gaan.
Wat voor weerstand je ook hebt voor het wisselen van baan, in de praktijk zal het allemaal wel meevallen. Bedenk je dat de vorige paar keer dat je van baan wisselde het ook prima uit pakte. Geen reden om die donkere schimmen in je hoofd deze keer gelijk te geven. Misschien moet je de sprong gewoon wagen. Leuk is het nu toch niet dus waarom zou je het niet doen?